Geef je dromen vleugels
ontdekkingsboekEerste druk © 2012 Evelien van der Werff
ISBN: 978-94-6206-288-7
Uitgeverij Boekscout.nl Soest
www.boekscout.nl
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, internet of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
EVELIEN VAN DER WERFF
Geef je dromen vleugels
ontdekkingsboek
Dit is een ontdekkingsboek waarin je door te lezen, dingen te doen en vragen te beantwoorden beter inzicht krijgt in wat je van het leven wilt of kunt verwachten. Het is een lees- en doeboek voor kinderen vanaf ongeveer twaalf jaar. Dit boek is gemaakt door Evelien van der Werff, in samenwerking met Danna en Lea Harnik.
Voor vragen en opmerkingen kun je contact opnemen met:
Evelien van der Werff
E-mail: mailevelien@zonnet.nl
http://paintevelien.blogspot.nl/
Inhoud
Voorwoord 9
Hoofdstuk 1 Wat wil je? 13
Hoofdstuk 2 Wat kun je? 20
Hoofdstuk 3 Wat voel je? 26
Hoofdstuk 4 Waar haal je informatie? 32
Hoofdstuk 5 Wat denk je? 39
Hoofdstuk 6 Wat kies je? 48
Hoofdstuk 7 Actie 53
Nawoord 56
Bronvermelding en informatie 57
Voorwoord
Als kind sloeg ik het voorwoord altijd over en van mij mag jij dit nu ook doen, ga aan de slag! En door naar hoofdstuk 1.
Maar omdat niet iedereen zo ongeduldig is als ik, zal ik hier in het kort proberen uit te leggen waar het boek over gaat.
Al weer lang geleden, in 2000, zag Danna, mijn oudste dochter, toen zeven jaar oud, mij voor de vierde keer hetzelfde boek lezen. Ze vroeg: “Wat staat er in dat boek dat je het steeds weer opnieuw leest?”
Ik antwoordde: “Tsja, dat is moeilijk uit te leggen, het gaat over hoe je kunt bereiken wat je wilt.”
En ze vroeg: “Hoe moet dat dan?”
“Ja,” zei ik, “dat staat er wel in en dat probeer ik te begrijpen, maar dat kan ik niet zo een-twee-drie uitleggen.”
Ze keek me aan, pakte het boek en zei: “Dan lees ik het zelf wel.” Maar na de eerste bladzijde begreep zij ook wel dat het geen boek was voor een meisje van zeven.
Aan de hand van voorbeelden en vragen ga ik proberen uit te leggen wat er in dat boek stond.
In het leven zijn er allerlei dingen die je graag wilt. Vaak gaat het om liefde, aandacht, erkenning, erbij horen. En dan heb je bedacht dat je dat kunt krijgen door ergens heel goed in te zijn, of een bepaald iets te willen hebben. Een mooie jurk, dat geweldige skateboard, een diploma. Meestal wil je die dingen niet eens echt om het ‘ding’, maar omdat je weet dat anderen je daarmee aandacht geven, je zien, dat je erbij zult horen, of omdat je weet dat je er iets mee kunt doen waardoor je indruk kunt maken. En dat willen we allemaal graag.
In de hoofdstukken zal ik voorbeelden geven hoe je die ‘dingen’ kunt krijgen. Maar wat je eigenlijk wilt, is de liefde van jezelf en van anderen, dat is voor de meesten van ons het
uiteindelijke doel. Houd dat voor ogen. Het leven gaat eigenlijk niet om ‘dingen’.
Het boek heeft zeven hoofdstukken. Om iets te bereiken, zijn er vaak enkele stappen die daaraan voorafgaan. Die stappen hoef je niet te zetten in de volgorde waarin de hoofdstukken geschreven zijn, wel krijg je het beste resultaat als je álle stappen zet.
In hoofdstuk 1 is de vraag Wat wil je? En het is natuurlijk niet één ding wat je wilt, het zijn meerdere dingen en om verschillende redenen. Het is belangrijk om te bedenken waarom je iets wilt.
In hoofdstuk 2 is de vraag Wat kun je? Je kunt een heleboel, maar ook een heleboel niet. Dus ga je kijken naar wat je kunt leren en waar anderen je misschien mee kunnen helpen, om te bereiken wat je wilt.
In hoofdstuk 3 gaat het om wat je voelt. Er wordt in uitgelegd dat, door je vaak voor te stellen hoe fijn het is om te bereiken wat je wilt, je het sneller zult bereiken, dan door te denken dat je het toch niet kunt. Positief denken, zoals ze je dat vast al eens verteld hebben.
In hoofdstuk 4 wordt verteld waar je informatie kunt halen. Sommige plekken zijn logisch en daar zoeken dan ook de meeste mensen informatie. Maar andere plekken, daar kom je niet vanzelf. Maar door te zoeken, vind je de antwoorden op vrijwel al je vragen.
In hoofdstuk 5 gaat het om wat je denkt. Daar worden ook weer een heleboel vragen in gesteld. Door die vragen te beantwoorden, leer je dat het je eigen gedachten zijn, die je een bepaalde richting op sturen. Hoeveel anderen je ook vertellen, uiteindelijk bepaalt de wijze waarop je zelf met informatie omgaat, wat je denkt en daarna doet.
In hoofdstuk 6 word je bewust gemaakt van je keuzes en van het feit dat je eigenlijk meer keuzemogelijkheden hebt dan je vaak denkt. Je kunt spijbelen van school, omdat het er niet leuk is. Maar je kunt ook kiezen voor lol trappen onder de les.
Of proberen de zin te zien van wat ze je er proberen te leren.
In hoofdstuk 7 word je aangezet tot actie. Niet wachten totdat anderen de dingen voor je doen of beslissen. Maar doen! Nu, nu je weet wat je wilt, actie!
Leestip
De tekst kun je het lezen met een marker (stift) in je hand, met de dop eraf. Alles wat je belangrijk vindt, streep je aan. Je kunt eventueel ook nog aanstrepen wat je niet begrijpt en daar een vraagteken bij zetten, om dat later uit te zoeken. Het beste is om gewoon door te lezen als je iets niet snapt, vaak staat het antwoord wat verderop in de tekst.
Aan het eind van ieder hoofdstuk kun je een web (mindmap, zoals hieronder staat afgebeeld) maken. Met in het midden het belangrijkste uit het hoofdstuk en daar omheen de andere dingen die je belangrijk vindt. Zodat je snel kunt terughalen waar het ook weer over ging en wat voor jou belangrijk is.
Voor ouders en leerkrachten
Toen ik aan dit schrijfsel begon, was mijn doel dat ieder kind in groep zeven een werkschrift zoals dit zou krijgen. En dit met behulp van de klas en de leerkracht vorm zou kunnen gaan geven. Gebaseerd op zijn of haar toekomstvisie. Een werkschrift waarin zijn of haar verlangens tot uiting zouden kunnen komen. Zodat de kinderen in groep acht allemaal een indruk zouden hebben van welke weg ze zouden willen gaan. En ze dan een bewuste keuze zouden kunnen maken over wat ze na de basisschool zouden willen gaan doen. Nu ik dit niet heb kunnen realiseren, is mijn vraag aan u uw kind te helpen en te stimuleren daadwerkelijk aan de slag te gaan met de vragen en opdrachten in dit werkschrift. Alvast mijn dank voor uw hulp en inzet.
Hoofdstuk 1 Wat wil je?
Dat is de vraag waar je mee begint. Er zijn waarschijnlijk een heleboel dingen die je wilt, sommige wil je morgen al en andere als je wat ouder bent. Van sommige dingen weet je nu al dat ze wel zullen lukken en van andere denk je misschien dat ze onmogelijk zijn.En dat laatste is waar de meeste mensen een denkfout maken, want niets is onmogelijk, zolang je er zelf maar in gelooft. Dat wil niet altijd zeggen dat wat je wilt bereiken ook direct lukt. Als je dromen heel erg groot zijn, kan het zelfs zo zijn dat het jou persoonlijk niet gaat lukken. Maar dat het kan, staat vast. Uiteindelijk heeft de mens ook leren vliegen. En er waren een heleboel mensen die dat wilden. Denk je niet dat de meeste mensen vroeger dachten dat zoiets totaal onmogelijk was?
Denk er maar eens over na.
Voorbeeld van niet
opgeven:
Mickey werd in 1961 in Israël
geboren. Zijn moeder had een aantal maanden in het ziekenhuis gelegen, toen ze
eindelijk haar zoon te zien kreeg, het was een zware bevalling.
Ze was werkelijk dolblij met
Mickey. Ze vertroetelde en verzorgde hem zo goed als ze maar kon. Op een nare
dag voelde ze wat vreemds bij zijn schouder, het voelde niet goed. Mickey’s
moeder holde naar de dokter. Ze was er van overtuigd dat er wat aan gedaan
moest worden. De eerste dokter probeerde haar gerust te stellen: “Ach
mevrouwtje, er is niets aan de hand, u verbeeldt zich maar wat.” Dezelfde
antwoorden kreeg ze van de tweede en de derde dokter.
De vierde dokter zei: “Ach
mevrouwtje, U heeft pech, uw zoon krijgt een bochel en daar is niets meer aan
te doen. Hij wordt een soort Quasimodo en daar zal hij mee moeten leren leven.”
Hoewel dokter vijf tot en met
twintig allemaal hetzelfde bleven zeggen, zei zijn moeder: “Niets ervan.”
Eindelijk zei dokter 21: “Ik
heb gehoord dat er een dokter in Amerika is die wel eens een bochel heeft weggehaald,
ik zal hem eens vragen hoe hij dat heeft gedaan.”
Na heel lang met deze
Amerikaanse dokter aan de telefoon te hebben gepraat, en nog langer met Mickey’s
moeder en vader, werd besloten dat Mickey zou worden geopereerd.
De operatie duurde lang en
was spannend. Na de operatie moest Mickey acht maanden met zijn rug in het gips
in een ziekenhuisbed liggen. En pas na deze acht maanden wist de dokter of de operatie
gelukt was. Kon Mickey weer leren lopen of moest hij zijn hele leven in een
rolstoel blijven zitten? En ja hoor, dankzij zijn moeder kon Mickey weer leren
lopen en een normaal leven leiden.
Zelfs het
onmogelijke wordt mogelijk als je er maar hard genoeg in gelooft.
Hier volgt een
vragenlijst. Probeer de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Als je nu nog
niet op alle vragen antwoord kunt geven, is dat helemaal niet erg. Maar denk er
alvast eens over na.
Doe je best!
1.Wat wil bereiken in je leven?
2. Wat maakt je het meest
gelukkig?
3. Geef cijfers van 1 t/m 5 aan de volgende punten, in
volgorde van belangrijkheid:
-
veel geld
verdienen …….
-
bekend of beroemd
zijn …….
-
doen wat je leuk
vindt …….
-
vriendschap of
liefde delen …….
-
een verandering
in je school teweegbrengen …….
4. Waar droom je overdag het
meest van?
6. Stel dat, later als je
groot bent, er iemand een toespraak
over je houdt bij een prijsuitreiking. Wat
wil je dan dat ze
over je vertellen?
7. Waar heb je, op school of
thuis, het meeste succes mee
gehad? Denk aan twee of drie overwinningen.
8.Wat wil je graag, maar durf
je niet?
9. Als je vijf miljoen zou
winnen, wat zou je dan de rest van je
leven doen?
10. Als je slechts één doel
zou kunnen bereiken in je hele
leven, wat zou dat dan zijn?
Hoofdstuk 2 Wat kun je?
En dat is heel, heel veel.
Alles waarvan je gelooft dat je het kunt, kun je. Vaak zal het wat langer duren
dan je wilt, maar het zal je lukken. Dat is waar het bij veel mensen misgaat:
ze geven op. Terwijl het vaak zo is, dat als het misloopt, daar juist de kansen
liggen. Dat is het moment, waarop je inzicht kunt krijgen in hoe je, op een
andere manier dan je dacht, toch kunt bereiken wat je wilt. Dus: Geef nooit op!
En dan, als Danna en Lea bij
opa en oma logeren, halen papa en mama een puppy. Het is een grote verrassing
voor Danna en haar zusje. En iedereen is er reuzeblij mee. Zelfs papa.
Hoofdstuk 3 Wat voel je?
Op een dag
gingen twee zusjes op weg met hun tante. Zij liepen door het bos totdat zij bij
een oude schuur kwamen. Toen de meisjes en hun tante naar binnen gingen om te
kijken,
begon een van
de zusjes onmiddellijk te klagen: “Tante, laten we hier weggaan. Het stinkt in
deze oude schuur naar paardenmest.” Het meisje stond bij de deur en was boos,
omdat zij nu paardenmest aan haar nieuwe schoenen had. Voordat haar tante kon
antwoorden, zag zij dat het andere nichtje enthousiast door de oude schuur en
de vele stallen daarin rende.
“Wat zoek
jij?”, vroeg ze haar nichtje. “Waarom ben je zo blij?”
Het meisje keek
op en zei: “Met al die paardenmest hier moet er toch ergens een pony zijn!”
Deze twee meisjes maakten
hetzelfde mee, maar de een vond het leuk en de ander niet. Je bent het zelf die
je gevoel kan sturen en je gevoel stuurt weer je handelen, dat wat je doet of
niet doet. Waardoor dingen wel of niet gebeuren.
En dat wordt dus niet door
anderen bepaald, maar door jezelf.
*2Er is een leuke manier om
je gedachten te sturen, het is een spelletje dat je met jezelf of met anderen
kunt spelen. Het gaat als volgt: je vraagt aan jezelf of aan een ander aan de
volgende dingen te denken:
1) Denk aan een van
je favorieten tijden. (dat kan in het verleden, het heden of de toekomst zijn)
2) Zie een plek
(tuin, strand, berg, bos, enz.)
3) Activeer je vijf
zintuigen (horen, zien, ruiken, proeven, voelen) in een onwaarschijnlijk, fantasierijk
verhaal:
Voorbeeld:
1.
zie een gekleurd
voorwerp paarse aap
2.
zie dat het
beweegt zwemt in zee
3.
hoor het een
geluid maken fluistert verliefde woordjes
4. ruik zijn geur ruikt als aardbeien-jam
5.
proef hoe het
smaakt smaakt naar rotte vis
6.
voel hoe het
aanvoelt voelt als een staalborstel
Het idee achter dit spelletje
is dat je je even helemaal ontspant, al je zintuigen gebruikt en lekker kunt
lachen. Hoe gekker, hoe beter.
Soms brengt het je ook op
goede ideeën.
‘Intuïtie, instinct, gevoel of het
zesde zintuig’
Ergens in de hersenen zit een
zintuig voor de ontvangst van denkvibraties en ingevingen. Zulke informatie
komt meestal je hoofd binnen als dat op een bijzondere manier aan het werk
wordt gezet.
Bijvoorbeeld
als je in gevaar bent, dan helpt je zesde zintuig je.
Als je wel eens bijna een
ongeluk hebt gehad, weet je dat op zo’n moment je intuïtie je te hulp schiet en
zorgt dat het ongeluk niet gebeurt.
Intuïtie is niet iets wat je
kunt in - en uitschakelen als het je uitkomt.
Maar je kunt het wel
gebruiken.
Een heleboel beslissingen,
ook door belangrijke zakenmensen, worden ‘op gevoel’ genomen. Vaak wel met
aanvulling van allerlei soorten informatie.
Gebruik je intuïtie! Vraag je
zelf af: Wat gebeurt er als ik mijn gevoel nu volg? In je hart zul je het
antwoord weten. Een andere vraag die je jezelf kunt stellen is: Als ik hiervoor
kies, doe ik dan anderen kwaad? Is het antwoord nee? Dan weet je dat je je hart
of intuïtie kunt volgen.
Voorbeeld van weten wat je
wilt:
Evelien is twaalf jaar als ze
zeker weet dat ze modeontwerper wil worden. Haar ouders zeggen dat modeontwerpster
geen goed beroep voor haar is, omdat ze zo verlegen is en er zelf helemaal niet
modieus gekleed bijloopt. Dus gaat Evelien na haar middelbare school naar een
MTS voor etaleren en decoreren. Daarmee kun je later toch ook in de mode
werken, weten haar ouders.
Evelien werkt na haar
opleiding inderdaad als etaleur in modewinkels. Het is niet wat ze echt wil. Ze
zoekt naar een manier om toch modeontwerper te worden. Ze laat haar tekeningen
overal zien, maar steeds weer is het antwoord: Nee, het is wel leuk, maar
niet professioneel genoeg,
het is jammer dat je niet naar de kunstacademie bent gegaan. Dus schrijft
Evelien zich in bij de
kunstacademie. Ze wordt tot
haar ontzetting afgewezen. Haar vooropleiding heeft haar werk te veel bepaald,
waardoor ze
niet op de kunstacademie
past. Ze denkt: Wat een onzin. En ze besluit om ‘t het jaar daarna weer te proberen.
En weer wordt ze afgewezen en weer snapt ze niets van de reden. Nu vinden ze haar
te oud. Evelien denkt: Dit kan niet, ik wil modeontwerpster worden en ik moet
een opleiding volgen. Ze besluit het toch nog een keer te proberen. Twee
maanden voor het toelatingsexamen ziet ze een kleine advertentie in de krant,
waarin iemand aanbiedt te helpen bij het toelatingsexamen van de kunstacademie.
Evelien besluit te bellen. Een paar dagen later staat Evelien met al haar
tekeningen en kleding bij de mevrouw van de advertentie. Samen bekijken ze al
het werk en weer heeft Evelien het gevoel dat ze afgewezen wordt.
De mevrouw zegt echter iets
geks, ze zegt: “Veel van je werk is zelfs beter dan dat van de meeste eindexamenkandidaten.”
En nu snapt Evelien het echt
niet meer. De mevrouw gaat met Evelien aan het werk. Laat haar al haar
zelfgemaakte kledingstukken nog eens tekenen, in simpele zwart-wittekeningen.
Vlak voor het toelatingsexamen bekijken ze nogmaals samen al het werk van
Evelien. De mevrouw begint twee stapeltjes te maken. Eentje van werk dat ze mee
moet nemen naar het examen, en eentje van het werk dat niet mee hoeft. Als de
mevrouw klaar is met sorteren, kijkt ze heel tevreden. Evelien voelt dat de mevrouw
haar nu wel zou toelaten. En dat doet de kunstacademie een paar weken later
ook!
Dromen zijn een
begin. Ze zijn vaag en bestaan slechts kort. Ze hebben geen waarde, totdat je
ze vorm geeft met je fantasie en je gevoel. Dromen zijn ongrijpbaar, totdat je
ze vertaalt in plannen en daden. Dan kunnen ze de wereld veranderen.
Hoofdstuk 4 Waar haal je informatie?
Om er zeker van te zijn dat
je je dromen vleugels kunt geven, moet je informatie/ kennis zoeken om dat zo
goed mogelijk te doen.
Misschien heb je veel meer
informatie nodig dan wat je alleen kunt vinden. Als dat zo is, kun je daar wat
aan doen, door hulp te zoeken bij andere mensen.
Waar haal je informatie?
In de eerste
plaats moet je weten voor welk doel je informatie nodig hebt. Zodra je dat
weet, moet je informatie gaan verzamelen. De belangrijkste plaatsen zijn:
-
Je eigen school
of ervaring
-
De scholing of
ervaring van andere mensen.
-
Universiteiten,
overheidsinstellingen, de Kamers va
-
Koophandel, ambassades,
reisbureaus enz.
-
Bibliotheken
(boeken, tijdschriften, de Gouden Gids, het telefoonboek, internet)
-
Speciale
opleidingen en cursussen.
Zodra je informatie verzameld
hebt, ga je een plan maken om de informatie te gebruiken voor jouw doel. Alleen
dan heeft informatie waarde!
Mensen die succes hebben,
stoppen nooit met het verzamelen van informatie. Zij die geen succes hebben,
maken de vergissing te geloven dat ze niets meer hoeven te leren, zodra ze van
school komen.
De weg naar informatie
Een van de vreemdste
eigenschappen van mensen is dat ze alleen dat waarderen wat geld kost.
Het
gratis onderwijs en de gratis openbare bibliotheken maken geen indruk op
mensen, want ze zijn gratis. Dat is de reden waarom zoveel mensen later naast
hun baan nog opleidingen volgen. Omdat ze toen ze de kans hadden te studeren,
er geen gebruik van maakten. Jij kunt nu nog gebruik maken van alle soorten
onderwijs en de bibliotheken. Verspil die kans niet en denk na over de soort
opleiding die je wilt. Wat wil je worden? Wie ben je en wie wil je zijn?
Verzamel informatie daarover.
Als je informatie hebt
verzameld, weet dan dat je die beter kunt onthouden als je het opschrijft en er
kleur en plaatjes bij doet.
Herinner je het advies om
plaatjes te zoeken, die het beste bij je passen, uit hoofdstuk 2? Hoe meer
kleur en beeldmateriaal je hebt, hoe vaker je het bekijkt (herhaalt), hoe beter
je het zult onthouden.
Beroepsgroepen
*3 Ned Hermann, heeft een
manier bedacht om te kijken in welk beroep je je waarschijnlijk het prettigst
voelt.
Voorbeelden:
-
Als
je van netjes werken houdt, maar het niet leuk vindt om te knutselen, kun je
bijvoorbeeld boekhouder worden. Kun je ook nog heel precies de feiten op een
rijtje zetten? Dan kun je zelfs accountant worden.
-
Vind
je het juist leuk om te knutselen, maar vind je het vreselijk om de hele dag
hetzelfde te moeten doen? Dan kun je beter ondernemer of kunstenaar worden. Je
moet dan wel nog wat andere talenten hebben, natuurlijk. Als je kunstenaar wilt
worden, hangt je succes ook af van de algemene smaak en de mode en minder van
hoe goed je bent.
-
Begrijp
je mensen beter dan machines? Dan is een technisch beroep een minder goede
keus. Maar misschien kun je wel een goede adviseur worden.
Bekijk de volgende uitspraken
en beroepen en streep met een gekleurde stift aan wat je het beste bij jezelf
vindt passen. Op die manier krijg je een beeld van welk beroep bij je past.
A.
-
Ik vind het leuk om in mijn eentje te werken, dingen te
doen.
-
Ik werk graag met
een computer.
-
Ik vind het leuk
om problemen op te lossen.
B.
-
Ik ben vooral
theoretisch ingesteld. Ik leer dingen door
erover
te lezen.
-
Ik houd van
netjes en precies werken.
-
Ik kan goed
beslissingen nemen.
C.
-
Ik vind het leuk
om in een groep samen te werken,
dingen
te doen.
-
Ik kan goed zien
hoe anderen zich voelen.
-
Ik vind het leuk
om met mensen en dieren te werken.
D.
-
Ik ben vooral
praktisch ingesteld. Ik leer dingen door
ze
zelf te doen, of als iemand me laat zien hoe het moet.
-
Ik vind het leuk
om nieuwe dingen te doen. Ik ben
nieuwsgierig.
-
Ik vind het leuk
om te knutselen.
Bekijk je antwoorden op de
vragen. Weet je al wat je wilt worden?
Ga dan informatie verzamelen
over hoe je kunt worden wat je wilt. Welke (voor)opleiding heb je nodig?
Weet je nog niet wat je wilt
worden? Doe dan een test voor beroepskeuze, er zijn er verschillende op
internet die je direct aan een heleboel ideeën helpen.
Neem nu actie voor je
toekomst. De tijd gaat snel. Denk na over je toekomst en kies niet voor de lol
en zonder enig doel een studie.
Kies wijs!
Voor een goed idee heb je
fantasie nodig. Als je een goed idee hebt, voer je dat uit. Daar heb je
informatie bij nodig. Onthoud dat het idee de kern van de zaak is. Zodra je dat
hebt, staat informatie waarschijnlijk om de hoek te wachten – en dat kan elke
hoek zijn!
Voorbeeld van informatie
zoeken:
Als de hond van
Danna, uit hoofdstuk 2, vijf maanden oud is, wordt hij erg stout. In huis doet
hij precies wat de hele familie wil en is hij de liefste hond van de wereld.
Maar buiten, zodra hij los wordt gelaten, krijgt niemand hem meer te pakken.
Het wordt iedere week moeilijker. Op de puppycursus is hij ook stout en alle
informatie die Danna’s mamma probeert te krijgen, helpt niet. Het probleem
wordt steeds groter. De hond, Bodo, kan niet meer losgelaten worden. Het is te
gevaarlijk.
De cursus is
allang afgelopen en Bodo luistert, als hij buiten los is, nog steeds niet. Bodo
wordt één jaar en steeds sneller. Op een dag laat mama Bodo los om te spelen
met wat andere hondjes. Dat is fout. Het gaat bijna mis. Bodo steekt over als
er een auto aankomt. Mama begint te schreeuwen. Bodo gaat midden op de weg stil
zitten. Maar gelukkig stopt de auto op tijd.
Mama is in paniek en holt
naar huis met Bodo achter zich aan. Thuis is mama zo boos, dat ze Bodo door elkaar
schudt en tegen hem schreeuwt.
Ze is ten einde raad. Ze
neemt een besluit: ‘Zo kan het niet langer’.
Ze gaat hondenscholen bellen.
Bij één school krijgt ze het gevoel dat die haar wel kan helpen.
De hondenmevrouw geeft in één les een heleboel tips en legt een heleboel
uit over hoe honden denken. Het lijkt een wonder, maar na een paar weken
luistert Bodo, als de best opgevoede hond van de hele wereld!
Toen iemand
mama goed had uitgelegd hoe met Bodo om te gaan, was het helemaal niet moeilijk
meer.
Zonder de wil om het probleem
op te lossen en het zoeken naar informatie was Bodo misschien net zo geworden
als al die andere hondjes die nooit meer los mogen lopen. Mama’s geloof dat
Bodo wel kon luisteren en het vinden van de juiste informatie zorgde er voor
dat Bodo los kan.
Mislukking en
succes wisselen vaak van plaats. Als succes
de plaats van
mislukking inneemt, komt die verandering
meestal doordat
je er goed over hebt nagedacht.
Voor mislukking is er geen
plan nodig. Niemand hoeft
mislukking te helpen. Het
komt vanzelf. Iedereen
heeft wel eens tijdelijk
tegenslag, maar als je
gewoon doorgaat met je doel
proberen te bereiken, dan zul je uiteindelijk een manier vinden om succes te
hebben. Niet altijd zoals je had gepland, maar als je openstaat voor alles en
iedereen om je heen is er altijd een nieuwe weg naar je doel.
Hoofdstuk 5 Wat denk je?
Denken gebeurt in je
hersenen. Je hersenen kun je gebruiken. Niet iedereen doet dat, maar wel iedereen
kan dat leren.
Het is bekend dat je hersenen
beter werken als je je goed voelt. Om je goed te voelen, is het van belang dat
je een juist beeld hebt van wie je bent en waar je naartoe wilt.
Doe daarom dit
zelfonderzoek:
1)
Wat zijn je goede
eigenschappen?
3)
Beledig je anderen
vaak?
10) Ben je de ene keer 'helemaal in de wolken' en de andere
keer 'diep in de put'?
11) Wie heeft de beste invloed op je?
Wat is daarvan de reden?
12)
Verwaarloos jij
je uiterlijk? Zo ja, wanneer en waarom?
13) Zou je jezelf
een slappeling noemen als je anderen voor je zou laten denken?
14) 'Treitert' iemand je? En zo ja, waarom?
15) Wat vind je belangrijker: mooie spullen hebben of de
baas zijn over je eigen gedachten?
16) Ben je makkelijk door anderen te beïnvloeden, ook al
denk je er zelf anders over?
17) Heb je vandaag iets goeds geleerd?
18) Ga je nare dingen uit de weg of pak je ze juist aan?
20) Welke gewoonten in andere mensen vind je slecht?
21) Vorm je je eigen meningen of laat je je daarbij sterk
door anderen beïnvloeden?
22) Als je instemt met de uitdrukking 'soort zoekt soort',
wat leer je dan over jezelf als je je vrienden bekijkt?
23) Kan een vriend je vijand zijn door zijn slechte
invloed op je?
24) Hoe weet of iemands gezelschap of hulp goed of slecht
voor je is?
25) Wat wil je het liefst? Ben je van plan het te krijgen?
Wil je daar alles voor doen? Hoeveel tijd ben je daar dagelijks mee bezig?
26) Waar ben je bang voor? Waarom?
27) Verander je vaak van gedachten? Zo ja, waarom?
28) Maak je af waaraan je begint?
29) Raak je gemakkelijk onder de indruk van de rijkdom of
titels van anderen?
30) Word je snel beïnvloed door wat anderen van je denken
of zeggen?
31) Wie bewonder je het meest? Waarom?
Heb je door deze vragenlijst
dingen gevonden die je voortaan anders wilt gaan doen? Begin dan meteen, want
hoe langer je wacht, hoe moeilijker het wordt om dingen te veranderen.
Je denken wordt beïnvloed door
wat je doet. Als je niet genoeg te doen hebt, word je lui en kun je niet meer
zo goed denken. Een beetje spanning is goed voor je, maar door te veel spanning
kun je ook niet meer zo goed denken.
Dus maak dat je leven niet te
saai wordt, maar ook niet te spannend.
Zorg ervoor dat je plezier
beleeft aan dat wat je doet. Het gaat niet alleen om wat je bereikt, maar ook
om het prettig te hebben op de weg er naartoe. Het is vaak zo, dat als je iets
bereikt hebt wat je heel erg graag wilde, je een periode heel blij bent, maar
na verloop van tijd wil je toch weer nieuwe dingen doen.
Hoofdstuk 6 Wat kies je?
Het is belangrijk om goed te
kiezen. En je ook te realiseren wat je keuze inhoudt. Je kunt jezelf als doel
stellen om een mooie hardhouten blokhut te hebben. Maar als je je dan realiseert
dat daar een tropisch regenwoud voor moet worden omgehakt, besluit je misschien
om voor een andere soort hut te kiezen. Besef dat jouw keuzes soms ook anderen
aangaan en houd daar rekening mee met het maken van je plannen.
Er is uiteindelijk maar één
manier om te bereiken wat je wilt, en dat is door te doen. Je geeft om te
krijgen, in wat voor vorm dan ook.
Je moet niet op een wonder
wachten. Mensen die snel kunnen kiezen en weten wat ze willen, krijgen dat gewoonlijk
ook.
Maak plannen.
Heeft je eerste plan geen
succes? Vervang het dan door een ander plan. Mislukt ook dat plan? Vervang het
dan door weer een ander plan, net zolang totdat je een plan vindt dat werkt.
Denktank
Bedenk dat je
niet alles alleen kunt doen. Maak samen met een aantal anderen een denktank.
Een denktank is een groepje mensen dat aan hetzelfde doel werkt en daar samen
over nadenkt en daar samen dingen voor doet.
Voorbeeld van wat een denktank is:
De papa en mama
van Lea wilden een paar lantaarnpalen in de tuin neerzetten. Maar de oplossing
die ze daarvoor hadden bedacht, vond de papa van Lea niet goed genoeg. Dus
hadden ze de palen maar zolang weer even in de garage gelegd, in de hoop dat ze
een beter idee zouden krijgen. Toen dat idee niet kwam, besloot de mama van Lea
de palen dan toch maar neer te zetten volgens het oude plan. Toen Lea uit
school kwam, keek ze eens en ze zei: “Mama, papa heeft gelijk: dat kan echt
niet, ze staan veel te veel te wiebelen. Waarom lijm je ze niet vast?”
Dat deed de
mama van Lea dan ook. Voor Lea was lijmen een oplossing, terwijl de papa en
mama van Lea eigenlijk alleen maar aan schroeven konden denken.
Het idee bij
een denktank is dat het niet uit maakt of iemand jong is of oud, een denker of
een doener, of iemand schroeft of lijmt. Op een bepaald moment heeft iedereen
een goed idee en die ideeën kun je samenbrengen. Zo kun je elkaar helpen en
samen nieuwe oplossingen vinden.
*4Denk aan de
volgende ‘punten’ als je anderen om hulp wilt gaan vragen:
-
Als
je weet waar je om vraagt, is de kans groot dat je
het ook krijgt.
-
Vraag
om datgene waar je echt blij mee bent, om dat
wat je kracht geeft, of wat je helpt groeien.
-
Vraag het aan de
juiste persoon. Je kunt geen honing
krijgen
van een koe, of melk van een bij.
-
Zoek niet naar de
helpende hand van vreemden als er
handen
en harten dichter bij huis zijn.
-
Stel je vraag
duidelijk.
-
Oefen op je vraag
en de reden van je vraag.
-
Geef om te krijgen.
Geef waardering, schenk
vertrouwen,
toon begrip, geef de ander het recht om
"nee"
te zeggen.
-
Zorg dat je er
allemaal beter van wordt als je een vorm
van
samenwerking voorstelt.
-
Houd je niet in.
Vraag! Ook al knikken je knieën, houd
je
hoofd opgeheven.
-
Blijf vragen als
je wordt afgewezen. Geef het nooit op.
-
Vraag met een gebaar,
vraag met een glimlach op je
gezicht,
vraag met een voorbeeld.
-
Gebruik humor,
tact, gevoel en feiten. Laat iemand
voor
je vragen, vraag zelf, of leid je vraag voorzichtig
in.
-
Vragen zouden gesteld
moeten worden als onder
gelijken,
door gelijken en aan gelijken. Je bent niet beter of slechter dan de gever.
Laat dat in je vraag uitkomen.
-
Een ‘goed eind’
werkt. Zeg "dank je wel". Bedank ook
elke
keer als je "nee" krijgt.
-
"Dank je wel
voor je tijd", "dank je wel voor het feit
dat
je ernaar hebt willen kijken " ,"dank je wel voor je
belangstelling".
-
Zorg dat je goed
voor de dag komt, dat jij en hetgeen je
laat
zien er netjes uitzien.
-
En onthoud:
"alstublieft" zeggen is altijd zinvol.
-
Ga zuinig om met
de tijd van iemand anders.
-
Vraag in het
klein en in het groot; maak er een
gewoonte
van. Onthoud dat een "nee" vaak niet
definitief
is. Vraag en vraag opnieuw, totdat je succes
hebt.
Als je gelooft
dat je alleen met hard werken en eerlijk zijn, kunt bereiken wat je wilt, dan
heb je het bij het verkeerde eind. Dat is niet waar. Het bereiken van je doel
is nooit het gevolg van alleen maar hard werken! De vervulling van je dromen
komt als antwoord op duidelijke vragen die je kunt krijgen door je gedachten
aan het werk te zetten. Succes komt niet bij toeval aanwaaien. Het komt als je,
om je doel te bereiken, goede keuzes maakt, een goed plan maakt, de juiste mensen
uitzoekt om mee samen te werken en erin blijft geloven dat het ook gaat lukken.
Hier volgt een voorbeeld van samenwerking:
Lea is een jaar of vier oud
als ze, samen met haar moeder, op straat een oude stoel vindt. Haar moeder verlangt
al een tijdje naar een lekkere leesstoel. Lea en haar moeder lopen een paar
rondjes rond de stoel en snuffelen er eens aan, kennelijk hebben er nog geen
hondjes tegenaan gepiest. Ze gaan er eens op zitten en ze besluiten samen dat
ze hem meenemen. Thuis zet mama de stoel in de woonkamer.
Als ’s avonds Lea’s papa
thuiskomt, begint hij te schelden en tieren tegen Lea’s moeder: “Hoe haal je
het in je hoofd, zo’n lelijke, kapotte, stinkende stoel in huis te halen! Zet
hem gelijk weer buiten, zoiets wil ik niet in huis!” Lea’s mama antwoordt dat
ze de stoel wil bekleden en dat hij lekker zit en prima is. Lea’s vader gaat
echter gewoon door: “Die stoel kun je niet bekleden, dat is veel te moeilijk!
Moet je zien hoe hij eruitziet!” Uiteindelijk heeft Lea er genoeg van, ze staat
op, zet haar handjes in haar zij, steekt haar borst vooruit en zegt, zo klein
als ze is: “Mama heeft die stoel gevonden en dus is hij van mama. En als mama
zegt dat ze hem kan bekleden, dan kan ze dat ook.” Papa kijkt naar zijn
dochter, is met stomheid geslagen en weet niets te antwoorden. Hij laat zijn
schouders zakken en hij loopt langzaam naar zijn eigen luie tv-stoel. Een hele
tijd zit hij daar, zonder iets te zeggen.
Een paar dagen later begint
mama met het bekleden van de stoel. Lea helpt haar mama. De stoel wordt heel
mooi. Lea’s papa vindt dat ook.
Denkenergie
De hersenen van de mens zijn
te vergelijken met paardenkracht. Het is bekend dat een groep paarden meer
energie heeft dan één paard, waardoor meerdere paarden een zwaardere koets
kunnen trekken.
Wat voor
paardenkracht geldt, geldt ook voor onze hersenen. De hersenen van een groep
personen die met elkaar samenwerken, hebben samen meer denkenergie dan de
hersenen van één persoon.
Dat maakt
meteen duidelijk wat het geheim van de denktank is: hoe meer mensen samenwerken
aan hetzelfde doel, hoe meer denkenergie ze met z’n allen hebben. Zodat de
extra energie van de groep er voor iedereen in de groep is. Waardoor je sneller
je doel kunt bereiken dan dat je dat alleen kunt.
Hoofdstuk 7 Actie
Je weet wat je wilt. Je weet
wat je kunt (doen). Je hebt met je fantasie en gevoel een beeld gevormd van wat
dat is. Je weet of je dat alleen of met anderen gaat doen en je hebt alle informatie
verzameld die je nodig hebt. Je hebt je keuze bepaald, hoe je verder gaat met
het waarmaken van je dromen. En dan is het nu tijd voor: Actie!
Je gaat er voor zorgen dat
wat je werkelijk wilt, ook waar gaat worden.
Voorbeeld van doorzetten:
Jan
wordt geboren in 1935. Als Jan leert lezen en schrijven, blijkt dat niet al te
vlot te gaan. Bovendien schrijft Jan links. Iets wat in die tijd niet mocht,
dus wordt zijn linkerhand op zijn tafel vastgebonden, zodat hij wel rechts moet
leren schrijven.
Jan leest nog steeds langzaam
en hij schrijft nog steeds met heel veel fouten als hij naar de middelbare
school moet. Er wordt een professor ingeschakeld om te onderzoeken wat nu het
beste is voor Jan. Besloten wordt dat Jan naar de lts gaat. De lts heet nu vmbo
kader beroepsgerichte leerweg, techniek.
Als Jan op de lts zit,
overlijdt zijn vader. Het plan voor Jan om na de lts naar de mts en de hts te
gaan, lijkt niet door te kunnen gaan. Daar is niet genoeg geld voor.
Jan moet na de lts gaan
werken. Dat doet hij ook, maar hij geeft het niet op: hij schrijft zich in voor
de avondschool. Zo haalt hij toch zijn mts en hts diploma en wordt hij bouwkundige.
De motivatie van Jan om veel
geld te verdienen en te slagen in het leven, is zo groot dat hij al snel meer
verdient dan andere mensen met dezelfde en betere diploma’s.
In dit verhaal zie je dat
tegenslag, in de vorm van een leerprobleem en de dood van zijn vader, Jan niet
zwakker hebben gemaakt, maar juist sterker.
Vaak lijkt het wel of juist
mensen met tegenslag en mislukking verder komen dan mensen die een wat
makkelijker begin hebben gehad. Misschien ook wel logisch, omdat ze al vroeg
hebben geleerd dat niet altijd alles in één keer lukt en ze daarom minder snel
opgeven dan andere mensen. Ze hebben al vroeg geleerd hun moeilijkheden te
overwinnen.
Maar je hoeft geen moeilijke
start te hebben gehad om je dromen vleugels te geven. Iedereen kan doorzetten
en bereiken wat hij of zij wil! Je kunt alles bereiken wat je je voorneemt,
zolang je daar anderen geen kwaad mee doet.
Recept: Geef je dromen
vleugels
Benodigdheden:
-
Een hand vol
dromen en goede ideeën
-
Iets wat je het
allerliefst wilt
-
Een dosis
vertrouwen
-
Emmers vol
fantasie en gevoel
-
Een berg
informatie
-
Bladzijde vol
plannen
-
Een duidelijke
keuze
-
Actie
-
Nooit opgeven
Voeg er als laatste nog wat
extra mensen aan toe,
Roer dit flink door elkaar en
je dromen worden waar!
Schrijf en/ of teken hier,
als laatste, het verhaal van je leven, zoals jij wilt dat het wordt, met jezelf
in de hoofdrol. Zie jezelf als de held of heldin in een film. Zorg voor een
goed einde, waarin al je dromen zijn vervuld:
Nawoord
Dit boek is geschreven voor Danna en Lea Harnik. Zij hebben ook geholpen het boek te maken. Sean Adam, van het Alphalearning Institute, raadde mij aan het boek van Napoleon Hill te lezen toen ik hem belde over de leesproblemen van mijndochter. Ik kwam bij hem terecht doordat ik een boek las van Tony Buzon. Ik vond zijn mening over dyslexie erg verfrissend. Zijn mening is ook mijn mening geworden. Zijn mening is dat dyslexie niet bestaat, dat er alleen maar mensen zijn die wat langzamer leren lezen. Hij denkt dat, door middel van verschillende leesmethodes, iedereen kan leren lezen!
De naam van Tony Buzon kwam
ik tegen in de boekenlijst van Bodo Schafer. Ook zijn boek was inspirerend, net
als de boeken van Percy Ross, Debbie Ford, Tom Think, Mihaly Csikszentmihalyi en vele anderen. Een sneeuwbal die aldoor maar
verder rolt.
Tot ziens
-
De belangrijkste
bron is natuurlijk het boek Denk groot,
word rijk van Napoleon Hill. Als
ik sterretjes zou moeten zetten op elke plek waar ik hem citeer of parafraseer
(hier betekent dat: in mijn eigen woorden schrijf wat hij eerder heeft
geschreven), dan zou mijn boek op elke bladzijde een bronvermelding van hem moeten
hebben. Daarom vermeld ik deze bron al bij het Voorwoord en nu weer.
-
*1In hoofdstuk 3 Wat voel je? staat een verhaal over
twee meisjes die hetzelfde beleefden, maar het anders ervoeren/voelden. Een
soortgelijk verhaal heb ik eerder gelezen in een boek, helaas weet ik niet meer
in welk boek.
-
*2 In hoofdstuk 3
Wat voel je? komt de oefening van
‘de paarse aap’ voort uit een bezoek aan Sean Adam in 2000. Hij liet ons aldoor
‘een paarse aap’ doen. Meer info over Sean Adam vind je bij http://www.alphalearning.com en bij http://www.cloucoaching.nl/, onderaan de
bladzijde ‘dyslexie’.
-
*3 In hoofdstuk 4
Waar haal je informatie? staat een
stukje over de theorie van Ned Hermann . Ik vond soortgelijke informatie op
internet bij http://www.allwell.nl/nedherrm.htm.
-
*4 In hoofdstuk 6 Wat kies je? staat een lijst met punten
waar je op moet letten als je vragen stelt. Deze punten komen uit het boek van
Percy Ross uit 1989: De kunst van het vragen.
Boeken en
internetsites waar je meer informatie kunt vinden over hoe je je dromen
vleugels kunt geven (veel van deze boeken zijn duidelijk geïnspireerd op de
ideeën van Napoleon Hill):
Boeken
Titel/ Nederlands Auteur ISBN
Denk groot, word
rijk Napoleon Hill 90-5513-131-8
Alles over hypnose Rachel Copelan 90-6010-884-1
Snel lezen Tony Buzan 90-246-0424-9
Hersenen T. Dixon/ T.
Buzan 90-6248-121-3
Brainjoggen Rene Diekstra & 90-229-8223-8
Robin
West
Absoluut gelukkig M.D.
Rowland 90-202-8121-6
Flow Mihaly Csikszentmihalyi
De kunst van het
vragen Percy Ross
Superstudie S. en N. Ostrander/ 90-325-0343-X
L.Schroeder
Gebruik je hersens Jan-Willem 90-5513-339-6
van
den Brandhof
De laatste samourai Helen DeWitt 90-5333-933-7
Dansen in de regen Annabel Stehli
Ieder kind in z’n
eigen kracht Carla Muijsert- 90-202-8540-8
van
Blitterswijk
De gave van dyslexie Ronald D. Davis 90-389-0745-1
Beeld en brein Anneke
Bezem en 90.808.754.2.2
M.
Coolwijk
Beelddenken Anneke
Bezem en 90.808.754.1.4
M.
Coolwijk
Krijgen wat je wilt…
John Gray 90-274-6739-0
Hoop doet leven Rachel Naomi Remen 90-229-8336-6
The life codes Patty Harpenau 90 215 4165-5
The artist’s way Julia
Cameron 90-6038 482 2
Titel/ engels Auteur ISBN
Megabrain Michael Hutchinson 0-345-34175-9
High performance mind Anna Wise 0-87477-850-6
Internet sites:
http://www.alphalearning.com Engels
http://www.net.info.nl/egosoft/ Nederlands
http://www.mindjet.com Engels
http://users.skynet.be/rql/ Nederlands
http://www.naphill.org/ Engels
http://www.superlearning.ca/ Engels
http://www.brainstudio.nl Nederlands
http://www.harpenau.com Nederlands
http://www.allwell.nl/nedherrm.htm Nederlands
http://www.purplemonkey.nl Nederlands
http://www.allwell.nl/nedherrm.htm Nederlands
http://www.purplemonkey.nl Nederlands